Vous avez cherché: bezighouden (Néerlandais - Allemand)

beleidsterrein bezighouden.
tikbereich zuständig sind.

problemen bezighouden ?
(e) sollen sich landesverbände mit lokalen problemen befassen ?

programma's bezighouden.
gewährleisten kann.

niet met milieubescherming bezighouden.
die lage bei der finanzkontrolle ist noch nicht zufriedenstellend (siehe abschnitt unten „finanzkontrolle").

fase van het proces bezighouden.
anders gesagt: es schien geboten, die ausbildung der ausbilder zugleich als ausbildungsvorgang und als erfor­schung dieses vorgangs zu konzipieren.

flexibiliteitinstrument budgettaire implicaties bezighouden.
gemeinsame aussprache: 12.12.2000

ondernemingen die zich met distributie bezighouden
vertriebsunternehmen

de unie zou zich hiermee niet bezighouden.
meine eigene cd-fraktion wollte herrn santer schützen.

ik ga me met andere dingen bezighouden.
also werde ich mich anderen dingen widmen.

de stichting zal zich voornamelijk bezighouden met:
die aufgabe der stiftung dabei ist

de raad zal zich met deze zaak blijven bezighouden.
der rat wird diese frage weiterhin im blick behalten.

inrichtingen die zich uitsluitend bezighouden met vervoer;
betriebe, die nur beförderung betreiben;

de egks ging zich steeds meer met stadsplanning bezighouden.
1968 findet die einweihung der 100 000sten wohnung statt.

de voorzitter. - wij zullen ons daarmee bezighouden.
der präsident. - wir werden uns darum kümmern.

(2) bedrijven die zich met deze produktie bezighouden.
(2) betriebe mit derartiger produktion.

inrichtingen die zich uitsluitend bezighouden met primaire productie;
betriebe, die nur primärerzeugung betreiben;

betrekkingen tussen personen die zich bezighouden met culturele activiteiten
beziehungen zwischen auf kulturellem gebiet taetigen personen

de directoraten-generaal die zich met buitenlandse betrekkingen bezighouden
generaldirektionen des externen bereichs

wij zullen ons hiermee als een urgente aangelegenheid bezighouden. den.
wir werden nun eine gedenkminute für jean-pierre cassabel einlegen, der in jungen jahren starb.

(a) zich niet bezighouden met handel voor eigen rekening;
(a) eigenhandel zu betreiben;