Vous avez cherché: bijlen (Néerlandais - Français)

bijlen
haches

bijlen en breekijzers
haches de secours et pieds de biche

maar wij zullen ze met bijlen aanvallen."
mais nous les attaquerons à la hache.

twee bijlen, één aan ieder eind van de reddingsboot;
deux hachettes, une à chaque extrémité de l'embarcation de sauvetage;

bijlen, houthiepen en dergelijk gereedschap om te hakken of te kloven
haches, serpes et outils similaires à taillants

voorwerpen die ontworpen zijn om mee te hakken, zoals bijlen, hak- en kapmessen
articles conçus pour hacher, tels que haches, hachettes et hachoirs,

bijlen en breekijzers welke in het passagierscompartiment zijn geplaatst, mogen niet zichtbaar zijn voor de passagiers.
les haches et les pieds de biche placés dans la cabine ne doivent pas être visibles des passagers.

klein gereedschap (b.v. handzagen, bijlen, schoppen, spaden, schoffels)
petits outils (par exemple scies à main, haches, pelles, bêche, houes)

al die bloeddorstige wilden stonden daar aan den voet des bergs, huilden, zwaaiden met hun armen, geweren en bijlen, maar kwamen geen duim digter.
tous ces sauvages, mis en appétit de sang, maintenant rangés au pied du mont, hurlaient, gesticulaient, agitaient des fusils et des haches, mais n’avançaient pas d’une semelle.

(9) zie bijl 1.
(9) voir annexe 1.