Vous avez cherché: hij heeft uitgebadget (Néerlandais - Français)

hij heeft:
le conseil appelle:

tenzij hij heeft
à moins qu'il n'aie

hij heeft een auto.
il a une voiture.

hij heeft met name:
en particulier, le conseil

hij heeft wat beleefd
il va plutôt bien

hij heeft geen stemrecht.
il n'a pas le droit de vote.

hij heeft ons herkend!
il nous a reconnus!

hij heeft twee auto's.
il détient deux voitures.

hij heeft gelijke kansen
il lui faut de la dignité pour pouvoir croire

hij heeft alles gezegd.
nous avons besoin du fse.

natuurlijk, hij heeft gelijk.
bien sûr qu'il a raison.

hij heeft alleen raadgevende stem.
il dispose uniquement d'une voix consultative.

hij heeft twee essentiële functies :
elle a deux fonctions essentielles :

hij heeft eenige woorden geuit.
il a articulé quelques paroles.

hij heeft bijzondere organoleptische kenmerken;
elle possède des qualités organoleptiques particulières;