Vous avez cherché: plaatstalen kachels (Néerlandais - Français)

kachels
poêles

delen van kachels
pièces pour poêles

verstijfde plaatstalen koker
caissons raidis en tôle d'acier

kachels, kookketels met vuurhaard, keukenfornuizen
poêles, chaudières à foyer, cuisinières

2.1) kachels (gedecentraliseerde apparatuur )
2.1) poêlerie (appareil décentralisé) :

kolen branden niet in zulke kleine kachels.
ce charbon brule, mais pas dans de si petits poêles.

delen van kachels, kooktoestellen, rechauds en huishoudelijke apparaten
pièces pour poêles, cuisinières, chauffe-plats et appareils ménagers

kachels en komforen voor gas, alsmede delen en onderdelen daarvan
poêles et réchauds à gaz, ainsi que leurs parties et pièces déta­chées

airconditioners, luchtbevochtigers, kachels, heetwatertoestellen, draagbare verwarmingstoestellen, ventilatoren en afzuigkappen
les climatiseurs, humidificateurs, appareils de chauffage portatifs ou non, chauffe-eau, ventilateurs et hottes aspirantes,

oplaadsystemen voor elektrische accumulerende kachels - meetmethoden voor de gebruikseigenschappen (1e uitgave)
systèmes de commande de charge des appareils de chauffage à accumulation à usage domestique - méthodes de mesure de l'aptitude à la fonction (1re édition)

plaatijzer en plaatstaal, warm of koud gewalst
tôles de fer ou d'acier, laminées à chaud ou à froid