Vous avez cherché: verleden maanden (Néerlandais - Français)

verleden
histoire

= verleden
= passé

verleden tijd
passé composé

verleden (het)
passé, le passé

uit het verleden
du passé

in het verleden:
historiquement,

"in het verleden,"
"dans le passé,"

onvoltooid verleden tijd
imparfait

verleden voor meester ….
passé devant maître,….

verleden door een notaris
signé par-devant notaire

verleden het geval was.
le passé.

activiteiten in het verleden (*)
evénements passés (*)

heden en verleden toekomst
passé et présent

open days: verleden en toekomst
open days: le passé et l’avenir

in het verleden behaalde resultaten
performances passées

wij hebben in het verleden een begroting gehad voor tien maanden voor tien landen.
nous avons eu, dans le passé, un budget pour dix mois pour dix pays.

levenslang leren, verleden en toekomst
langues: de, en, es, fr n° cat.: hx­aa­97­002­fr­c

europese integratie: verleden en toekomst
l'expérience communautaire et ses potentialités

■ levenslang leren, verleden en toekomst
■ Éducation et formation tout au long de la vie, rétrospective et perspectives

in het verleden hebben bepaalde lidstaten gevallen pas zes maanden na het verstrijken van de termijn gemeld.
dans le passé, certains etat membres ont communiqué des cas 6 mois après l’expiration du délai.