Vous avez cherché: vrezen (Néerlandais - Français)

vrezen
craindre

wij vrezen van niet.
nous craignons le pire.

vrezen jullie hen?
les redoutiez-vous?

zij vrezen de waarheid.
ils craignent la vérité.

wat zou het kunnen vrezen ?
que pourrait­elle craindre?

anders zijn concurrentiedistorsies te vrezen.
on pourrait craindre autrement des distorsions de concurrence.

zij vrezen zelfs het hiernamaals niet.
non! c'est plutôt qu'ils ne craignent pas l'au-delà.

wanneer er aanleiding bestaat te vrezen
lorsqu'il y a lieu de craindre

hij zei te vrezen dat het zou regenen.
il a déclaré craindre qu'il pleuve.

hopelijk zullen zij (allah) vrezen.
peut-être craindront-ils [allah].

ook vrezen zij voor vertragingen in de raadplegingsprocedures.
ils s'y opposent également à cause des retards dans les procédures de consultation.

de meeste landbouwers vrezen de europese integratie
la plupart des agriculteurs craignent l'integration europeenne

hopelijk zullen jullie (allah) vrezen.
ainsi atteindriez-vous à la piété.

eigenlijk vrezen wij, dat het tegendeel zal gebeuren.
nous craignons plutôt le contraire.

hierdoor heeft hij weinig te vrezen van bijvangsten.
il est donc peu capturé comme prise accessoire.

ten derde vrezen de acs-landen de binnenmarkt van
nous préconisons donc le refus de l'avis conforme du parlement.

2-atmosfeer geen moeilijkheden in de c0zijn te vrezen.
lorsque les câbles spéciaux auront été livrés, les essais seront poursuivis.

daarom vrezen we misschien instinctief onze zelfstandigheid te verliezen.
après quoi nous pourrons proposer l'une ou l'autre chose.

het volk van fir'aun, vrezen zij (allah) niet?
[auprès du] peuple de pharaon» ne craindront-ils pas (allah)?

te vrezen, aangezien banken voor de conversie kunnen zorgen;
comment fonctionnera en pratique le principe «ni interdiction ni obligation) au cours de la période de transition?