Vous avez cherché: vanzelfsprekend (Néerlandais - Japonais)

vanzelfsprekend
でしょうね

vanzelfsprekend.
「そうだろうよ」

- vanzelfsprekend.
分かった任せろ

nee, vanzelfsprekend.
なるほど

- ja, vanzelfsprekend.
- そうよね

vond het vanzelfsprekend.
軽く扱われてた

internet, vanzelfsprekend.
インターネットだ

ik vind dit niet vanzelfsprekend.
よく決心してくれたわ

ik nam het voor vanzelfsprekend aan.
その通りだ

dit is de keuken, vanzelfsprekend.
ここがキッチン 見たまんま

- beschouw dat niet als vanzelfsprekend.
- だが必要ない

dat is toeval dus? - vanzelfsprekend.
- じゃあ 偶然ですか

je me altijd als vanzelfsprekend, jim.
あんたはいつも俺を 当てにするんだ ジム

het zou behoorlijk vanzelfsprekend moeten zijn.
見ればわかるから

vanzelfsprekend, kan je stijl niet aanleren.
≪まったく≫ ≪あんたは わかってない≫

nou, hij is vanzelfsprekend geen echte helderziende.
明らかに本物じゃないよ

we vonden het vanzelfsprekend dat hij mee zou gaan.
私たちは彼が加わるのを当然だと思った。

het is vanzelfsprekend, maar ik ga het toch zeggen.
言うまでもないが─

ik zei hem het leven niet als vanzelfsprekend te beschouwen.
彼にチャンスを与えた

- ik hou van mannetjes, jongens, evenwel, vanzelfsprekend.
- もちろんオスでも