검색어: lipoatrofie (네덜란드어 - 영어)

lipoatrofie
lipoatrophy

soms: lipoatrofie
lipoatrophy

lipoatrofie van gelaat
face lipoatrophy

lipoatrofie op de indruppelplaats
instillation site lipoatrophy

lipodystrofie (lipoatrofie/lipomatose):
lipodystrophy (lipoatrophy/ lipomatosis):

uw arts moet u controleren op tekenen van lipoatrofie.
your doctor should monitor for signs of lipoatrophy.

soms: exantheem, lipoatrofie, verworven lipodystrofie, lipohypertrofie.
uncommon: exanthem, lipoatrophy, lipodystrophy acquired, lipohypertrophy.

de injectieplaats moet worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen.
the injection site should be varied to prevent lipoatrophy.

de plaats van de injectie moet worden gewisseld om lipoatrofie te voorkomen.
the injection site should be varied to prevent lipoatrophy.

bij subcutane injectie moet de injectieplaats worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen.
the subcutaneous injection site should be alternated to prevent lipoatrophy.

er is een verband tussen viscerale lipomatose en pis en lipoatrofie en nrtis gesuggereerd.
a connection between visceral lipomatosis and pis and lipoatrophy and nrtis has been hypothesised.

de injectie moet subcutaan worden toegediend en de injectieplaats moet worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen.
the injection should be given subcutaneously and the site varied to prevent lipoatrophy.

er moet op een alternatief regime worden overgegaan indien er een verdenking is op het ontstaan van lipoatrofie.
therapy should be switched to an alternative regimen if there is suspicion of lipoatrophy development.

er is een verband tussen viscerale lipomatose en pi’ s en lipoatrofie en nrti’ s gesuggereerd.
100 between visceral lipomatosis and pis and lipoatrophy and nrtis has been hypothesised.

de incidentie en ernst van lipoatrofie zijn cumulatief in de tijd bij stavudine- bevattende behandelingsschema's.
the incidence and severity of lipoatrophy are cumulative over time with stavudine-containing regimens.

de behandeling met combivir veroorzaakt vaak verlies van vet van benen, armen en gezicht (lipoatrofie).
treatment with combivir often causes a loss of fat from legs, arms and face (lipoatrophy).

patiënten moeten regelmatig worden gecontroleerd op tekenen van lipoatrofie tijdens de behandeling met zidovudine en zidovudine-bevattende middelen.
patients should be regularly assessed for signs of lipoatrophy during therapy with zidovudine and zidovudine-containing products.

indien lipoatrofie zich lijkt te ontwikkelen, moet de behandeling met combivir niet worden voortgezet (zie rubriek 4.4).
when such development is found, treatment with combivir should not be continued (see section 4.4).

behandeling met stavudine wordt geassocieerd met verschillende ernstige bijwerkingen, zoals melkzuuracidose, lipoatrofie en polyneuropathie, waarvan mitochondriale toxiciteit een mogelijke onderliggende oorzaak is.
stavudine therapy is associated with several severe adverse reactions, such as lactic acidosis, lipoatrophy and polyneuropathy, for which a potential underlying mechanism is mitochondrial toxicity.

behandeling met stavudine (zerit) veroorzaakt vaak verlies van vet van benen, armen en gezicht (lipoatrofie).
treatment with stavudine (zerit) often causes a loss of fat from legs, arms and face (lipoatrophy).