검색어: onbeschaamdheid (네덜란드어 - 이탈리아어)

onbeschaamdheid.
- lo so... è l'impertinenza.

onbeschaamdheid!
allora perché non usa il bastone.

de onbeschaamdheid.
- che insolente!

de onbeschaamdheid!
che impudenza!

en je onbeschaamdheid.
e con una buona dose di cinismo.

wat een onbeschaamdheid !
che sfrontatezza!

hoog van onbeschaamdheid, echt.
ma quanta tracotanza.

"vervloekt zijn onbeschaamdheid!
"al diavolo la sua convalescenza!

de onbeschaamdheid van mannen...
sono offesa dall'insolenza degli uomini.

mijn god, welk een onbeschaamdheid.
- mio dio! che impudenza!

wat'n brutale onbeschaamdheid.
che terribile insolenza.

op onbeschaamdheid volgt de dood.
ora vedremo come l'insolenza incontrerà la morte.

jouw onbeschaamdheid kent geen grenzen!
la tua impertinenza non ha fine!

ik pik zo'n onbeschaamdheid niet.
poi pulisco il corridoio e infine il bagno.

dit is niet de tijd voor onbeschaamdheid.
idiota! che importa della radio se ci trovano?

je wordt gestraft voor je onbeschaamdheid.
pagherai per la tua insolenza!

dit is de meest verachtelijke onbeschaamdheid ooit.
questo è il più spregevole caso d'impudenza che mi si sia presentato.

z'n onbeschaamdheid moet hem hongerig maken.
una tale impudenza deve avere un grande appetito. È vero, sua altezza.

uw onbeschaamdheid is heviger dan uw bijl, scherprechter.
la vostra insolenza e' piu' tagliente della vostra ascia, boia.

je onbeschaamdheid kan het enkel maar erger maken.
- la tua insolenza peggiorera' solo le cose.