검색어: bezoek (네덜란드어 - 한국어)

bezoek
방문

bezoek.
visitor for you.

bezoek?
방문객?

je bezoek.
뭐? 화장실 다녀오는데에.

bezoek homepage
홈 페이지 보기

je hebt bezoek.
손님이 오셨어

bezoek aan vlakland
평면 셰계로의 초대

ik verwacht bezoek.
- 뭐?

- we gaan op bezoek.
저희가 의학용어를 남발하며 최악의 시나리오를 짜드렸으니

er is bezoek voor je.
손님이 오셨다

bent u hier op bezoek?
누구 보러 오셨나요? 신부 들러리 중 한 명이었지?

bezoek voor andres manubens.
안드레스 마누벤스의 손님입니다

bij mensen op bezoek gaan?
사람들 집에서 저녁 식사 같은 거?

-komt er zoveel bezoek dan?
우리 말고 또 누가 오나?

bezoek voor ondersteuning de website.
지원을 받으시려면 웹 사이트를 방문하십시오.

je komt toch wel nog op bezoek?
아뇨, 내 말은 같이 저녁이나 먹으러 오고 그럴 거잖아요?

-hij kwam iedere week op bezoek.
제이슨은 청문회에 있었고 매주 감옥에 들렀어요. 가까운거 맞죠?

- hoe laat mag het bezoek terugkomen?
문병객들은 아침 몇 시부터 면회가 되나요?

ik ben zelfs op bezoek geweest.
씨발, 가서 만나기까지 했다니까

hoe was uw bezoek aan de groeve?
- 갔던 일은 어땠습니까?