검색어: zuhause (독일어 - 네덜란드어)

fernüberwachung zuhause
thuisbewaking

ich war zuhause.
ik was thuis.

bist du zuhause?
ben je thuis?

fast wie ein zuhause
een plek zoals thuis

außenpolitik beginnt zuhause
het buitenlands beleid begint in eigen huis

er ist unser zuhause.
het is ons huis.

er ist fast immer zuhause.
hij is bijna altijd thuis.

ein „zuhause” für die gemeinschaft
la maison de quartier was het belangrijkste project van het urban iprogramma in dudelange.

er ist immer montags zuhause.
op maandag is hij altijd thuis.

für europa, aber auch für zuhause.
in de parlementaire traditie van europa komt men namelijk nergens een voorbeeld van dergelijke rechten tegen.

• vermeide zuhause zu hohe temperaturen.
• schakel lichten uit die niet langer hoeven te branden.• laat je tv, stereo of computer niet in stand-by staan.

ab und zu träume ich von zuhause.
soms droom ik over thuis.

bleibst du heute abend zuhause?
blijft ge thuis vanavond?

ein zweites zuhause für junge marokkaner
een tweede thuis voor jonge marokkanen

betreuung des kindes zuhause bleibt. die
de voorwaarde voor toekenning van de uitkering aan de vader is dat hij thuis blijft om voor het kind te zorgen.

betrug ist nicht in brüssel zuhause!
fraude is niet typisch voor brussel!

sie besucht kranke zuhause und im krankenhaus.
haar werk omvat ook huis- en ziekenhuisbezoek.

ist deine schule weit von zuhause entfernt?
is je school ver weg van je huis?

selbständige telearbeiter, die normalerweise zuhause arbeiten;
zelfstandige telewerkers die normaliter thuis werken;

lass uns zuhause bleiben, wenn es morgen regnet.
laten we thuis blijven als het morgen regent.