검색어: boixos nois (카탈로니아어 - 네덜란드어)

moltes gràcies nois!
bedankt allen!

cap dels dos nois parlava.
geen van beiden sprak een woord.

bona tarda noies i nois
bons dies noies

aixo mateix feren els nois.
en dat deden de jongens ook, maar de schelmen waren in een ommezien weg en wij holden hen in het bosch achterna.

convidareu totes les noies i nois?
"al spoedig.

els meus nois no trigaran a ser-hi.
mijne jongens zullen meegaan.

els nois partiren i desaparegueren en la tenebror.
de jongens maakten zich weg en verdwenen in de duisternis.

-que dirien, els nois, si ens veiessin?
"wat zouden de jongens nu wel zeggen, als zij ons zagen?"

els nois pensaren en el recambró, pero no tenien forces.
de knapen dachten aan het kabinetje, maar hun kracht was gebroken.

jo i els nois esperavem que tornaríeu i pararíeu aquí, la darrera nit.
ik en de jongens hoopten al dat ge gisteren hier zoudt zijn teruggekeerd en in ons huis zoudt geslapen hebben."

tom no tenia mocador, i els nois que en tenien li semblaven uns estarrufats.
tom had geen zakdoek; hij noemde het dragen van zulk een weeldeartikel "kwasterig."

manoi! ve per ell!- exclamaren els dos nois, fent un bisbe.
"o, jéminé, het geldt _hem_!" riepen de knapen in éénen adem uit.

si el blanc no li hagués arribat a mancar, hauria causat la fallida de tots els nois del poblet.
als de kalk niet opgeraakt was, zou hij al zijne vrienden geruïneerd hebben.

la conseqüencia era que els nois més petits despenien llurs dies en la terror i el sofriment, i llurs nits en maquinar revenges.
het gevolg daarvan was, dat de kleineren onder zijne leerlingen overdag zwoegden onder angst en smart en bij nacht zonnen op wraak.

només els nois més grans, i les senyoretes de divuit i de vint, s'escapaven del fuet.
de grootste jongens en de dames van zestien en zeventien jaren hadden het geluk de roede ontwassen te zijn.

la quietud, la solemnitat que aixoplugava el bosc i la sensació de solitud començaren d'obrar damunt els esperits dels nois.
de plechtige stilte van het woud en de doodelijke eenzaamheid gingen haar invloed op hen uitoefenen.

ben rogers comparegué tot seguit a la vista; el noi, entre tots els nois, del que ell havia temut la mofa.
daar kwam ben rogers in 't gezicht, de jongen wiens spot hij boven alles vreesde.

-escolteu, nois: no en digueu res, d'aixo, i una vegada o altra, quan ells siguin a la vora, m'acostaré a vós i us diré: «-joe: teniu una pipa? tinc fumera!» i vós direu, com una cosa deixada anar, com si no valgués la pena, vós direu: «-sí; porto la pipa vella, i una altra; pero el meu tabac no és gaire bo».
"zeg, jongens," zeide tom, "we moeten er niet van vertellen, en als we dan weder eens bij elkaar zijn, dan zal ik op je afkomen en zeggen: 'joe, kom geef mij een pijp; ik wou eens rooken,' en dan moet jij zeggen, zoo onverschillig mogelijk, alsof het niets was: 'goed, ik heb mijn oude pijp en ook nog een andere, maar mijn tabak deugt niet.'