Você procurou por: pluim (Holandês - Espanhol)

pluim
panoja

vee, pluim-
ave de corral doméstica

gierst, pluim-
mijo de escoba

de heer martijn pluim
sr. d. martijn pluim

neerslag van de rook/pluim
precipitación desde los penachos de humo de las chimeneas

je verdient een dikke pluim
te mereces un gran cumplido

deze van zijn kant naderde zijn tegenpartij met den hoed in de hand, dien hij zoo laag afnam, dat de pluim over den grond sleepte.
este, por su parte, no abordó a su adversario más que con sombrero en mano y su pluma colgando hasta el suelo.

planten worden geacht stuifmeel te hebben afgegeven of af te geven wanneer op 50 mm of meer van de hoofdas of de zij-assen van de pluim de meeldraden uit de kafjes steken en stuifmeel hebben afgegeven of afgeven .
se considerará que las plantas han emitido o están emitiendo polen cuando , sobre una longitud de 50 mm o más del eje principal de una panícula o de sus ramificaciones , las anteras han surgido de las glumas y han emitido o emiten polen .

--„o! de pluim van zijn hoed, de slip van zijn mantel zijn voldoende, wanneer ik die zie, om hem er aan te herkennen.”
aunque no viera más que la pluma de su sombrero, la punta de su capa, lo reconocería.

pluimen van rijst
panículas de arroz