Você procurou por: vaccineren (Holandês - Francês)

vaccineren
semer

wij vaccineren niet.
on ne vaccine pas.

te vaccineren diersoorten
espèce des oiseaux à vacciner

alleen vleeskonijnen vaccineren.
ne vacciner que des lapins de chair.

als de te vaccineren persoon
la personne à vacciner:

alleen gezonde dieren vaccineren
ne vacciner que des animaux en bonne santé.

alleen gezonde dieren vaccineren.
ne vacciner que les animaux en bonne santé.

tijdig preventief vaccineren misschien?
recourir à temps à une vaccination d' urgence protectrice?

verwacht aantal te vaccineren dieren
nombre escompté d'animaux à vacciner

wij mochten niet meer vaccineren voor mkz.
nous ne pourrions plus vacciner pour le mkz.

a) de mogelijkheid fokpluimvee te vaccineren;
a) la possibilité de vacciner les volailles de reproduction;

verwacht aantal te vaccineren beslagen [47]
nombre escompté de troupeaux [47] à vacciner

geen dieren vaccineren die immunosuppressieve behandeling ondergaan.
ne pas vacciner des animaux sous traitement immunosuppresseur.

verwacht aantal te vaccineren jonge dieren (d)
nombre escompté d'adultes (d) vaccinés nombre escompté de jeunes (d) animaux vaccinés

vaccineer alleen gezonde dieren.
ne vacciner que les animaux en bonne santé.