Você procurou por: groeischijf (Holandês - Inglês)

groeischijf
epiphyseal plate

afglijding van de dijbeenkop ter hoogte van de groeischijf:
slipped capital femoral epiphysis:

patiënten met een niet volledig gesloten groeischijf van het femur.
patients with a femoral epiphyseal growth plate that is not fully closed.

patiënten met een femorale epifysaire groeischijf die niet volledig gesloten is.
patients with femoral epiphyseal growth plate that is not fully closed

maci mag evenmin worden gebruikt bij patiënten bij wie de groeischijf van het dijbeen niet volledig gesloten is.
maci must also not be used in patients whose growth plates in the thigh bone have not fully closed.

bij patiënten die snel groeien kan zich afglijden van de dijbeenkop ter hoogte van de groeischijf en progressie van scoliose voordoen.
slipped capital femoral epiphysis and progression of scoliosis can occur in patients who experience rapid growth.

12 onregelmatige verdikking van de femorale groeischijf, hypocellulariteit van het beenmerg naast de veranderde groeischijf en veranderingen van de dentinesamenstelling.
changes consisted in irregular thickening of the femoral growth plate, hypocellularity of the bone marrow next to the altered growth plate and alterations of the dentin composition.

bij ratten werden hypertrofie van de groeischijf en verhoogde botturnover waargenomen, maar het wordt niet verwacht dat de epifysaire hypertrofie klinisch relevant is voor volwassen mensen.
in rats, hypertrophy of the physis and increased bone turnover were observed, but the physeal hypertrophy is not expected to be clinically relevant for adult humans.

uw arts kan denken dat er mogelijk sprake is van afglijding van de dijbeenkop ter hoogte van de groeischijf of van de ziekte van legg-calvé-perthes, als er ongemak of pijn in de heup of de knie ontstaat tijdens behandeling met omnitrope.
slipped capital femoral epiphysis and legg-calvé-perthes disease may be considered by your doctor if discomfort or pain in the hip or knee is experienced whilst being treated with omnitrope.

in tot 9 maanden durende toxiciteitstudies met herhaalde toediening bij ratten en apen werden de “ primary target organ” -effecten vastgesteld in het maagdarmkanaal (braken en diarree bij apen), de bijnieren (corticale congestie en/ of bloeding bij ratten en apen, inclusief necrose gevolgd door fibrose bij ratten), het hemolymfopoiëtisch systeem (beenmerghypocellulariteit, en lymfoïde depletie van de thymus, de milt en de lymfeknoop), de exocriene pancreas (acineuze celdegranulatie met enkelvoudige celnecrose), de speekselklier (acineuze hypertrofie), het botgewricht (verdikking van de groeischijf), de baarmoeder (atrofie) en de ovaria (afname van de follikelontwikkeling).
16 haemolymphopoietic system (bone morrow hypocelularity, and lymphoid depletion of thymus, spleen, and lymph node), exocrine pancreas (acinar cell degranulation with single cell necrosis), salivary gland (acinar hypertrophy), bone joint (growth plate thickening), uterus (atrophy) and ovaries (decreased follicular development).