Você procurou por: aanbreken (Holandês - Italiano)

- aanbreken...
alba.

het ogenblik zal aanbreken...
verra' un momento...

- niet had mogen aanbreken.
- non avrebbe dovuto verificarsi?

bij het aanbreken van de dag .
alle prime luci dell'alba, allora.

oké, laten we haar aanbreken.
riempiamo il bicchiere.

alsof die dag ooit zal aanbreken.
- sara' un cavolo di gran giorno.

er zou 'n nieuwe tijd aanbreken.
era l'inizio di una nuova era.

dit moment zal zeer spoedig aanbreken.
tutto ciò avviene molto rapidamente.

ik zweer bij het aanbreken van den dag
per l'alba,

de derde wereldoorlog kan morgen aanbreken.
- che importa? la terza guerra mondiale potrebbe iniziare domani.

kunnen we alsjeblieft onze rantsoenen aanbreken?
sul serio... possiamo... possiamo aprire le razioni, vi prego?

je dacht dat deze dag nooit zou aanbreken.
- si', il giorno che pensavi non arrivasse mai, e' arrivato.

als die dag ooit zal aanbreken, dan zij het zo.
se... quel giorno dovesse mai arrivare, che cosi' sia.

het aanbreken van de dag zal ons probleem oplossen.
il sorgere del sole risolvera' il nostro problema.

wil je die fles ierse whisky voor me aanbreken?
ti va di togliere il sigillo a quel whisky che mi avevi tenuto da parte?

bij het aanbreken van de dag riep favart hun namen.
all'alba.

bij het aanbreken van de dag, en we zijn in een stad.
- comincia ad albeggiare ed entriamo in una città.

het is altijd het donkerst voor het aanbreken van de dag.
- gia'. e' sempre piu' buio prima del tramonto.

burg gelooft dat deze vrede nog voor zijn generatie zal aanbreken.
ciò è tanto più vero se si considera che due dei paesi interessati da meda sono candidati all'ammissione nell'unione.

en het is nu jouw beurt morgen bij het aanbreken van de dag.
e perla prima volta domani all'alba andrai a caccia.