Você procurou por: gefluit (Holandês - Italiano)

gefluit
sibilo

gefluit?
un fischio?

lfh-gefluit
sibilo che si propaga con piú salti

er werd gefluit.
hanno fischiato.

nee, geen gefluit.
no. non fischiare.

- boo en gefluit!
- buuu e fischi.

hoor je dat gefluit?
senti, susy.

ze hebben... (gefluit)
avrai sentito delle voci di quando facevano coppia, che loro... forse...

en ze hoorden gefluit.
e loro sentivano il fischio.

prachtig gefluit, agent.
- così si spara, agente.

stop met dat gefluit, william.
- smettila di fischiare, william.

houd op met dat nerveuze gefluit.
fischiettio nervoso, fermati. e' tutto.... tutto a posto garcia.

en dan nog dat gefluit en getoeter.
per non parlare dei fischi e dei clacson.

- ik voel me ginder. ik hoor gefluit.
merda, mi sento come se ora fossi li'.

gefluit ze dacht dat iemand naar haar floot
fischiare... credeva che qualcuno le stesse fischiando.

je hebt het gefluit van de hele stad al gehoord.
okay, sai quel motivo che tutta la città fischietta?

het gefluit van een eenzame man in 'n vreemd land.
e' una melodia fischiettata da un uomo solitario che vaga in una terra straniera.

dat gefluit zegt, 'kijk, iedereen, kijk wie ik leuk vind. '
il suono del fischietto dice: "guardate tutti, guardate chi mi piace".

ik zag dat ze panikeerden. en toen hoorde ik dat geluid, een soort van gefluit.
erano intorno a me, impauriti e... poi ho sentito quel rumore.

helaas kan ik gefluit niet tekenen... of het nu van een engelsman komt of van een verklede duitser.
tuttavia, non so descrivere un fischio pittoricamente che venga da un inglese o da un tedesco vestito come un inglese.