Você procurou por: monogaam (Holandês - Italiano)

monogaam
monogamia

monogaam.
- monogamo.

ik ben monogaam.
sono monogama.

zijn we monogaam?
siamo monogami?

- een monogaam stel.
- monogama

ze was niet monogaam.
ed era promiscua.

goed, dus niet monogaam.
che c'è? non sono uno da una persona alla volta.

oke, monogaam, patrick...
- ok, la monogamia, patrick...

wij zijn strikt monogaam.
siamo strettamente monogami.

honderd procent... monogaam.
io sono al cento per cento monogama.

- je bent serieel monogaam.
e' una donna da matrimonio. - capito?

denk je dat ze monogaam zijn?
pensi si scelgano un compagno per la vita? no.

je weet wat monogaam is, toch?
sai cosa significa "monogamo", vero?

- remy danton, serieel monogaam.
remy danton: monogamo seriale.

in een relatie ben ik monogaam.
quando sono esclusivo, sono esclusivo.

wat is monogaam in het ukraïens?
come si dice "monogamia" in ucraino? non si dice.

monogaam. ik denk dat ik dat wel kan.
- si', penso di si'.

per monogaam paartje of trio met nakomelingen
coppia monogama o trio con prole

ik ben al monogaam sinds groep vijf.
jenna, sono stato sempre monogamo sin dalla quinta elementare.

per moederdier of monogaam paartje met jongen
madre o coppia monogama con piccoli