Você procurou por: infastidita (Italiano - Holandês)

infastidita?
nee.

- infastidita?
uit je hum?

- e' infastidita.
ze is geïrriteerd.

e sono infastidita.
en geërgerd.

non sono... infastidita.
ik ben niet beledigd.

- molto infastidita.
ik was kwaad. heel kwaad.

l'ho infastidita?
verveel ik jou?

no. no, sono infastidita.
-nee, geïrriteerd.

ed io molto infastidita.
ze waren heel grondig en ik was heel lastig.

ti ho infastidita, scusami.
ik maak je van streek, sorrie.

- so di averla infastidita.
ik weet dat ik haar heb geërgerd.

- sembravi proprio infastidita!
dat is wel duidelijk.

quindi... si', ero infastidita.
ja, ik was uit m'n hum.

bradley era molto infastidita.
bradley is in alle staten.

ellie non sara' piu' infastidita.
ellie zal niet meer gestoord worden.

so di averti infastidita. infastidita?
geïrriteerd?

oh, mi spiace. l'ho infastidita?
o, het spijt me.

infastidita, esasperata, sessualmente non appagata.
geïrriteerd, verbitterd, seksueel tekortgekomen.

- bonnie, quest'uomo ti ha infastidita?
valt deze man je lastig bonnie? nee.

capisco quanto questo l'abbia infastidita.
ik snap dat je van streek bent.