Você procurou por: piacque (Italiano - Holandês)

ci piacque.
we mochten hem meteen.

e gli piacque.
met hem is het nog goed gekomen.

anzi, mi piacque.
in feite had ik hem graag.

- ma ti piacque.
- je vond het geweldig.

le piacque tantissimo.
ze hield er van.

- mi piacque molto.
- daar was ik erg trots op.

ma ad hem non piacque.
hem vond 't niks.

- mi piacque da morire.
ik begreep er wel helemaal niks van.

a stallone piacque subito.
stallone was op slag verliefd.

wow... - mi piacque da morire.
ik hou er van.

dapprima non mi piacque molto.
ik vond het eerst niet leuk.

le piacque o non le piacque?
vond je de man aardig, mocht je de man niet? ik weet het niet.

mi piacque di piu giocare questo
dat kan even prikken, bruce.

a tua nonna la cosa non piacque.
het beviel je oma niet.

e mi piacque, così colleziono elefanti.
daarom spaar ik nu olifanten.

alla united fruit non piacque affatto.
united fruit vond dat niet zo leuk, dus huurden ze een public relations bedrijf in.

ci piacque quando ne cantasti una da sola
we vonden het leuk als je zong.

- il suo buon senso mi piacque molto.
ja, ik waardeerde haar goede smaak.

le chiesi un paio di favori e mi piacque.
nadat ik haar wat gunsten verleende, mocht ik haar.

e mi piacque, poi ho fatto degli adesivi.
dat vond ik mooi. ik maakte er een sticker van.