Вы искали: tullius (Голландский - Английский)

tullius
tullia

marcus tullius tiro
marcus tullius tiro

marcus tullius cicero
cicero

) was een jongere broer van de beroemde redenaar marcus tullius cicero.
quintus tullius cicero (; ; 102 bc – 43 bc) was the younger brother of the celebrated orator, philosopher and statesman marcus tullius cicero.

de porta capena was een stadspoort in de muur van servius tullius in het oude rome.
it was one of the main entries to the city of rome, since it opened on the appian way.

na een redevoering (pro caelio) van marcus tullius cicero wordt hij vrijgesproken.
the trial ends with the defendant acquitted thanks to the "pro caelio" speech of marcus tullius cicero.

marcus tullius tiro, gestorven rond 4 v.chr., was secretaris van marcus tullius cicero.
marcus tullius tiro (died c. 4 bc) was first a slave, then a freedman of cicero.

== geschiedenis ==de servische muur is genoemd naar de zesde koning van rome, servius tullius.
==history==it is presumed that the wall is named after the sixth roman king, servius tullius.

servius tullius was volgens de romeinse overlevering de zesde koning van rome (578 - 534 v.chr.
servius tullius was the legendary sixth king of rome, and the second of its etruscan dynasty.

marcus tullius cicero keerde zich van octavianus af en schreef een brief naar brutus waarin hij uitlegde dat de krachten van octavianus en marcus antonius verdeeld waren.
marcus tullius cicero, angry at octavian, wrote a letter to brutus explaining that the forces of octavian and mark antony were divided.

bekende slachtoffers waren de orator cicero, zijn jongere broer quintus tullius cicero (één van julius caesars legaten) en marcus favonius.
most were not so lucky; amongst the most prominent men to suffer death were the orator cicero, his younger brother quintus tullius cicero (one of julius caesar's legates) and marcus favonius.

*cicero, "the correspondence of m. tullius cicero", volume 1, edition 2 1885 (google books)*plinius de oudere, "naturalis historia", ii.35.
*cicero, "de officiis", ii.16; "ad atticum", i.1, ii.9, iv.16, xii.21.7; "in catilinam", iv.4; "pro sestio", 64; "in vatinum", 14; "philippics", v.3.