Вы искали: vous faites quoi comme métier (Французский - Голландский)

vous faites erreur.
dat klopt niet.

-- et vous faites bien.
--„en gij doet wel.

vous faites une proposition?
heeft u een voorstel?

a présent, vous faites comme si ça me retombait sur la tête.
hoe wordt, vraag ik commissaris bangemann, de etikettering van genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen nu wel geregeld?

ne vous faites pas vomir.
laat uzelf niet overgeven.

vous faites allusion à moi ?
bedoelt u mij?

vous faites les trois-huit.
je werkt in de drie ploegendienst.

par exemple, lorsque vous faites:
php references namek het mogelijk om twee variabelen naar dezelfde inhoud te laten wijzen, bijvoorbeeld als je doet:

et allah sait ce que vous faites.
en god weet wat jullie doen. *

vous faites ainsi preuve de crédibilité.
u geeft blijk van geloofwaardigheid.

allah observe parfaitement ce que vous faites.
en allah is alziende over wat jullie doen.

vous faites partie de notre famille européenne.
zij maken deel uit van onze europese volkerenfamilie.

vous faites de l'europe une réalité tangible.
het probleem van de rechtsgronden [voor communautaire steun aan ngo-projecten - zie blz.

-- votre thèse! vous faites donc une thèse?
--„uw thesis! maakt gij dan een thesis?”

vous faites l'impasse : je trouve cela dommage.
mijnheer chanterie voor een laatste opmerking.

e. vous faites partie d’un secteur d’activité
•kosten voor de inning vanuitstaande bedragen•mogelijke effecten op de relatie met de klant

le président. — non, vous faites erreur, madame goedmakers.
de voorzitter. - neen, dat is niet zo, mevrouw goedmakers.

quoi qu'elle dise en public, ne vous faites pas de souci.
wat zij ook in het publiek zegt, wees niet ongerust.

ce à quoi vous faites allusion concerne des événements remontant à juillet dernier.
u heeft het over gebeurtenissen die tot juli van vorig jaar teruggaan.

et c'est une proposition commune comme celle-là que vous faites.
tenslotte zou ik willen zeggen dat wat de door de commissie voorgestelde wijzigingen aangaat, wij de middelen aan de kleine boer moeten toewijzen. ik zeg