You searched for: dénominateur (Franska - Holländska)

dénominateur
noemer

dénominateur commun
noemer

2° au dénominateur :
2° in de noemer :

plus grand dénominateur
grootste noemer

et comme dénominateur :
met als noemer :

dénominateur pour les opérations
eenheid voor transacties

plus petit dénominateur commun
laagste gemeenschappelijke noemer

dénominateur du ratio de solvabilité
noemer van de solvabiliteitsratio

nous avons un dénominateur commun.
dan hebben wij namelijk een gemeenschappelijke basis.

dénominateur du rapport d'échelle
schaalgetal

donner le dénominateur de votre résultat
geef de noemer van je antwoord

le nombre maximum pour le dénominateur commun
maximale grootte van de grootste gemene deler

*/q :motifs et récompenses de même dénominateur
effektieve tegenwaarde­balans ( ­ > ) */fj : motieven en beloningen van dezelfde noemer

choisissez la valeur maximale du dénominateur commun.
stel de grootste waarde in voor de grootste gemene deler.

3données des notifications spontanées (dénominateur inconnu).
3 gegevens uit spontane meldingen (onbekende noemer)

inévitablement votre argument va reposer sur le dénominateur commun
daarom wijkt het standpunt van de socialistische fractie niet veel af van de algemene teneur van het verslag-nordmann.

d dénominateur (numéraire) dans le méca­nisme de change;
drie aspecten staan bij het ems centraal:

l'élève ramène des fractions simples au même dénominateur.
de leerling maakt eenvoudige breuken gelijknamig.

on peut cependant dégager un dénominateur commun dans tous ces programmes.
toch valt er een algemeen patroon in te ontdekken.

dénominateur : actifs et éléments de hors bilan à risques pondérés
de noemer: naar risicograad gewogen activa en posten buiten de balanstelling