You searched for: dyslipidemische (Holländska - Engelska)

lipidenveranderingen dienen klinisch adequaat gereguleerd te worden, in het bijzonder bij dyslipidemische patiënten en patiënten met risicofactoren voor de ontwikkeling van lipidenstoornissen.
lipid alterations should be managed as clinically appropriate, particularly in dyslipidemic patients and in patients with risk factors for the development of lipids disorders.

dit was in de hiervoor vermelde subgroep van patiënten met dyslipidemie niet waargenomen, maar er waren bovendien geen duidelijke aanwijzingen van een voordeel voor dyslipidemische vrouwen die werden behandeld met fenofibraat en simvastatine, en een mogelijk schadelijk effect in deze subgroep kon niet worden uitgesloten.
this was not observed in the aforementioned subgroup of patients with dyslipidaemia but there was also no clear evidence of benefit in dyslipidaemic women treated with fenofibrate plus simvastatin, and a possible harmful effect in this subgroup could not be excluded.

in de vooraf gespecificeerde subgroep van dyslipidemische patiënten, gedefinieerd als die patiënten in het laagste tertiel van hdl-c (≤34 mg/dl of 0,88 mmol/l) en het hoogste tertiel van tg ( ≥204 mg/dl of 2,3 mmol/l) bij de uitgangswaarde, vertoonde behandeling met fenofibraat en simvastatine een relatieve reductie van 31% vergeleken met simvastatine monotherapie voor het samengestelde primaire resultaat (hazardratio [hr] 0,69, 95% bi 0,49-0,97, p = 0,03; absolute risicoreductie: 4,95%).
in the pre-specified subgroup of dyslipidaemic patients, defined as those in the lowest tertile of hdl-c (≤34 mg/dl or 0.88 mmol/l) and highest tertile of tg (≥204 mg/dl or 2.3 mmol/l) at baseline, fenofibrate plus simvastatin therapy demonstrated a 31% relative reduction compared to simvastatin monotherapy for the composite primary outcome (hazard ratio [hr] 0.69, 95% ci 0.49-0.97, p = 0.03 ; absolute risk reduction: 4.95%).