You searched for: engels (goed) (Holländska - Engelska)

(engels)
(dutch/english)

engels
alsook rechts paracardiaal infrahilair

mijn engels is niet zo goed…
my english is not so good…

nederland,duits en engels goed
dutch, english, french, spanish, german.

engels lezen kon ik niet zo goed.
i couldn't read english that well.

vraag: mijn engels is niet zo goed.
question: my english is not so good.

je spreekt goed engels.
you speak good english.

hij spreekt zeer goed engels.
he speaks english very well.

excuseer me voor mijn engels, het is niet zo goed.
excuse me for my english, it’s not so good.

het engels goed beheersen (je moet je in het engels inschrijven)
proficient in english (applications must be submitted in english)

de beheerder spreekt goed engels.
the manager speaks good english.

iedereen wist dat ze goed engels kon.
everybody knew she could speak english well.

de voertaal is engels, zodat ze die taal goed kunnen leren.
they speak english, so they can learn the language properly.

engels competitie in een zeer goede kwaliteit
english league in a very good quality

een goede beheersing van het engels hebben.
have a good working knowledge of english

en u moet ons er eerst van overtuigen... dat uw engels goed genoeg is.
and you have to satisfy us first that your english is good enough.

beheerder spreekt goed engels en is zeer behulpzaam.
manager speaks good english and is very helpful.

een goede kennis van het engels is een pluspunt
you have perfect knowledge of english and dutch;

het is jammer dat ik niet zo goed engels begrijp.
it's a pity that i don't understand english well.

een goede beheersing van het engels vormt een pluspunt.
good english would be an asset.