You searched for: gehoord (Holländska - Engelska)

veel gehoord
frequently heard

had gehoord.
in the states he had heard about us.

partijen gehoord
having heard the parties

ik heb gehoord ...
i've heard ...

over ons gehoord?
hear about us?

gehoord de beraadslaging,
having heard the deliberations,

"wat hebt u gehoord?"
"what did you hear?"

nog nooit van gehoord
i have never heard of it

haar roep wordt gehoord.
now is the time for her feast.

die moet worden gehoord!
it is to be heard!

dit moet gehoord worden."
this simply has to be heard"

je moet hebben gehoord [...]
you ought to have heard […]

recht te worden gehoord
right to a hearing

we hebben dat goed gehoord.
that is what was heard.

niet? dat hebben we gehoord.
yes? we heard that.

gehoord en meer betrokken worden
from listening to further involvement

ik heb andere dingen gehoord...
i've heard different things...

getuigen kunnen worden gehoord;
witnesses can be presented;

we hebben schrijnende verhalen gehoord.
their stories have been heartrending.

wij hebben genoeg mooie verklaringen gehoord.
we do not need any more fine-sounding declarations.