You searched for: guanylaatcyclase (Holländska - Engelska)

stikstofmonoxide activeert vervolgens het enzym guanylaatcyclase, wat resulteert in een verhoogde spiegel van cyclisch guanosinemonofosfaat (cgmp) in het corpus cavernosum.
it activates the enzyme guanylate cyclase, resulting in an increased level of cyclic guanosine monophosphate (cgmp) in the corpus cavernosum.

de cgmp-spiegel wordt gereguleerd door de synthesesnelheid via guanylaatcyclase en de afbraaksnelheid via cgmp-hydrolyserende fosfodiësterases (pdes).
the level of cgmp is regulated by the rate of synthesis via guanylate cyclase and by the rate of degradation via cgmp hydrolysing phosphodiesterases (pdes).

er worden geen specifieke geneesmiddel interacties verwacht met stimulatoren van oplosbaar guanylaatcyclase of prostanoïden, gebaseerd op de bekende biotransformatiegegevens (zie rubriek 5.2).
no specific drug-drug interactions with soluble guanylate cyclase stimulators or prostanoids are anticipated based on the known biotransformation data (see section 5.2).

de cgmp-spiegel wordt gereguleerd door de synthesesnelheid via guanylaatcyclase en de afbraaksnelheid via cgmp-hydrolyserende fosfodiësterases (pde’s).
the level of cgmp is regulated by the rate of synthesis via guanylate cyclase and by the rate of degradation via cgmp hydrolysing phosphodiesterases (pdes).

de werkzame stof in adempas, riociguat, is een stimulator van ‘oplosbaar guanylaatcyclase’, een enzym in de bloedvaten van de longen dat de bloedvaten ontspant en verwijdt.
the active substance in adempas, riociguat, stimulates an enzyme called ‘soluble guanylate cyclase’ in the blood vessels of the lungs, which causes the blood vessels to relax and widen.

het verslapt de gladde vaatspieren door zich te verbinden met het haeme-deel van guanylaatcyclase in het cytosol, guanylaatcyclase te activeren en de intracellulaire gehalten van cyclische guanosine-3,5-monofosfaat te verhogen, wat resulteert in vasodilatatie.
it relaxes vascular smooth muscle by binding to the haeme moiety of cytosolic guanylate cyclase, activating guanylate cyclase and increasing intracellular levels of cyclic guanosine 3’,5’-monophosphate, which then leads to vasodilation.