You searched for: plachten (Holländska - Engelska)

over wat zij plachten te doen.
about all what they used to do.

167. en zij plachten te zeggen:
167. and there were those who said,

en zij plachten geen gelovigen te zijn.
they were not believers!

en zij plachten onze tekenen te ontkennen.
and our signs they were wont to gainsay.

gaat naar dat wat jullie plachten to loochenen!
"go to what you used to deny;

en voorheen plachten zij slechte daden te bedrijven.
before this they were wont to commit evil deeds.

voorwaar, zij plachten voorheen in weelde te leven.
indeed they had been affluent before this,

wij plachten voorheen zelfs niets aan te roepen."
in fact it was nothing that we prayed to before."

dan zullen wij anders handelen dan wij plachten te handelen."
if only we could go back to the world, we would act otherwise."

terwijl jullie waarlijk om bespoediging ervan plachten te vragen?
(believe) now, when (until now) ye have been hastening it on (through disbelief)?

voorwaar, jullie worden slechts vergolden naar wat jullie plachten te verrichtten."
ye are only being requited for that which ye have been working.

52. die placht te zeggen: "bevestigt gij inderdaad,
52. "who used to say: "do you really believe?"