You searched for: de kaart (Holländska - Franska)

de kaart
la carte

neem de kaart
prenez la carte

doel van de kaart
but de la carte

%1 in de kaart
%1 sur la carte

(niet op de kaart)
(absent de la fiche)

op de kaart aanbrengen
tracer une carte

geldigheidsduur van de kaart,
la durée de validité de la carte,

inbrengkracht van de kaart :
force d'insertion de la carte :

"zie maar op de kaart.
-- voyez la carte.

- de kaart beschadigd is;
- la carte est détériorée;

de kaart van de bodembestemming
la carte de l'affectation du sol

de kaart wordt aangevraagd:
la carte est demandée :

1° de kaart beschadigd is;
1° la carte est abîmée;

opeenvolgende index van de kaart
indice séquentiel de la carte

de kaart is strikt persoonlijk;
la carte est strictement personnelle;

verblijfsvergunning (opschrift op de kaart)
permis de séjour (titre figurant sur la carte)

geef de kaarten
distribuez les cartes

de kaarten schudden
battre les cartes

de kaarten-sessie
session cartes

inhoud van de kaarten
contenu des cartes