You searched for: opdrachtgever (Holländska - Franska)

opdrachtgever
donneur d'ordre

opdrachtgever :
donneur d'ordre :

de opdrachtgever
le maître de l'ouvrage

1° opdrachtgever
1° le donneur d'ordre;

2° opdrachtgever :
2° commettant :

van de opdrachtgever
du maître de l'ouvrage

a) de opdrachtgever;
a) du maître de l'ouvrage;

bank van de opdrachtgever
banque du donneur d'ordre

2° voor de opdrachtgever :
2° pour le mandant :

identificatie van de opdrachtgever
identificateur du donneur d'ordre

opdrachtgever van de studie:
commanditaire de l’étude:

projectleider, aannemer, opdrachtgever.
chef de projet, promoteur, maître d'ouvrage.

— dienst van de opdrachtgever?
— chez le maître d'ouvrage?

hierna de opdrachtgever genoemd;
après nommée le commanditaire;

door de opdrachtgever uitgevoerde paalfundering
fondation sur pieux réalisée par le maître d'ouvrage

kosten opdrachtgever, engineering en bouw
frais maître d'oeuvre, ingénierie et construction

tabel 3 - produktie per opdrachtgever
tableau 3 — répartition de la production par ordonnateur

projectleider, uitvoerder, opdrachtgever, deel 2 :
chef de projet, maître d'oeuvre, maître d'ouvrage, partie 2 :

opdrachtgever: leuvens overleg platform onderwijs - arbeid
mandant: leuvens overlegplatform onderwijs-arbeid (cellule de réflexion éducation-travail de louvain).

4° het aantal opdrachtgevers;
4° le nombre de mandants;