You searched for: vruchtgebruiker (Holländska - Franska)

vruchtgebruiker
usufruitière

door de (...) dood van de vruchtgebruiker;
par la mort [...] de l'usufruitier;

herstellingen ten laste van de vruchtgebruiker
réparations usufructuaires

afdeling i. - rechten van de vruchtgebruiker.
section i. - des droits de l'usufruitier.

eigenaar of vruchtgebruiker zijn van de rentegevende roerende kapitalen;
sont propriétaires ou usufruitiers des avoirs productifs des revenus;

de vruchtgebruiker is slechts verplicht de herstellingen tot onderhoud te doen.
l'usufruitier n'est tenu qu'aux réparations d'entretien.

a) eigenaar of vruchtgebruiker zijn van de rentegevende roerende kapitalen;
a) propriétaires ou usufruitiers des avoirs productifs des revenus;

het bedrijfshoofd kan eigenaar, pachter, erfpachter, vruchtgebruiker of fiduciaire eigenaar zijn.
l'exploitant peut être propriétaire, fermier, emphytéote, usufruitier ou «trustee».

de man is, met betrekking tot de dotale goederen, gehouden tot alle verplichtingen van een vruchtgebruiker.
le mari est tenu, à l'egard des biens dotaux, de toutes les obligations de l'usufruitier.

de man die het genot van de parafernale goederen heeft, is gehouden tot alle verplichtingen van een vruchtgebruiker.
le mari qui jouit des biens paraphernaux, est tenu de toutes les obligations de l'usufruitier.

de eigenaar mag noch door zijn daad, noch op enige andere wijze aan de rechten van de vruchtgebruiker afbreuk doen.
le propriétaire ne peut, par son fait, ni de quelque manière que ce soit, nuire aux droits de l'usufruitier.

de vruchtgebruiker heeft het genot van de vermeerdering die het goed waarvan hij het vruchtgebruik heeft, door aanspoeling verkrijgt.
l'usufruitier jouit de l'augmentation survenue par alluvion à l'objet dont il a l'usufruit.

4° de ten laste van een vruchtgebruiker komende herstellingen aan onroerende goederen die niet in de gemeenschap vallen;
4°. des réparations usufructuaires des immeubles qui n'entrent point en communauté;

noch de eigenaar, noch de vruchtgebruiker is gehouden hetgeen door ouderdom ingestort of door toeval vernield is, opnieuw te doen opbouwen.
ni le propriétaire, ni l'usufruitier, ne sont tenus de rebâtir ce qui est tombé de vétusté, ou ce qui a été détruit par cas fortuit.

iv, 14> artikel 595, betreffende de verhuring door de vruchtgebruiker, is mede van toepassing op de verhuring van de goederen van minderjarigen.
iv>. l'article 595, relatif aux baux consentis par l'usufruitier, est applicable aux baux des biens des mineurs.

diens situatie verschilt nochtans niet van die van de eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of lasthebber die verhuurt.
la situation de celui-ci n'est pourtant pas différente de celle du propriétaire, du copropriétaire, de l'usufruitier, de l'emphytéote, du superficiaire ou du mandataire qui donne en location.

de onroerende voorheffing is verschuldigd door de eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker van de belastbare goederen, volgens de regels bepaald door de koning.
le précompte immobilier est dû, d'après les modalites déterminées par le roi, par le propriétaire, possesseur, emphytéose, superficiaire ou usufruitier des biens imposables.

iv, 14> artikel 595, betreffende de verhuring door de vruchtgebruiker, is mede van toepassing op de verhuring van de goederen van minderjarigen.
iv>. l'article 595, relatif aux baux consentis par l'usufruitier, est applicable aux baux des biens des mineurs.

het volstaat de eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of lasthebber aansprakelijk te stellen om de naleving van het decreet te verzekeren;
il suffit que le propriétaire, copropriétaire, usufruitier, emphytéote, superficiaire ou mandataire soit rendu responsable du respect du décret;

« de onroerende voorheffing is verschuldigd door de eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker van de belastbare goederen, volgens de regels bepaald door de koning ».
« le précompte immobilier est dû, d'après les modalités déterminées par le roi, par le propriétaire, possesseur, emphytéote, superficiaire ou usufruitier des biens imposables ».