You searched for: zij zullen geven (Holländska - Spanska)

zij zullen:
en ellos:

zij zullen het weten.
¡van a ver...!

zij zullen antwoorden: god.
dirán: «¡alá!»

maar zij zullen het weten!
¡van a ver...!

zij zullen antwoorden: aan god.
dirán: «¡de alá!»

"zij zullen ons niet omhullen."
—no nos envolverán.

nee toch, zij zullen het weten!
¡no! ¡ya verán...!

de hel waarin zij zullen braden.
la gehena, en la que arderán.

en kijk, zij zullen naar jou kijken.
y observa! ¡van a ver...!

jij zult inzien en zij zullen inzien
tú verás y ellos verán

en zij zullen er nooit afwezig zijn.
y no se ausentarán de él.

voorwaar, zij zullen allah niet schaden.
no podrán causar ningún daño a alá.

"zij zullen ons geen nut doen," zei hij.
-nos serían inútiles.

en kijk naar hen, zij zullen naar jou kijken.
y obsérvales! ¡van a ver...!

zij zullen antwoorden: ja, bij onzen heer!
dirán: «¡claro qué sí, por nuestro señor!»

zij zullen niet leiden tot een onevenredige capaciteitsverhoging.
la inversión no conduce a un incremento desproporcionado de las capacidades.

zij zullen zeggen: "zij zijn van ons verdwenen.
dirán: «¡nos han abandonado!

een zij zullen met ijzeren staven geslagen worden.
se emplearán en ellos focinos de hierro.

zij zullen meer in het bijzonder het volgende omvatten:
consistirán, principalmente, en:

namelijk heerlijke vruchten, en zij zullen geëerd worden.
fruta. y serán honrados