You searched for: rispose (Italienska - Holländska)

rispose:
en hij zei:

non rispose.
ze nam niet op.

cosa rispose?
wat zei hij?

- rispose lui.
-zei hij.

"mi rispose:
ze zei:

"'no,' rispose.
nee, antwoordde hij.

e cam rispose...
en cam antwoordde...

cosa gli rispose?
wat zei u toen? - 'nee, ik woon hier alleen.'

e gesu' rispose...
en jezus zei...

' e levi rispose:
' en levi antwoordde:

'a' non rispose.
'a' reageerde niet.

""pulizie", rispose.
"schoonmaak,' antwoordde ze."

""mai", rispose lei".
nooit, zei ze.

e stryker rispose...
en stryker zei...

e davide rispose:
david antwoordde:

-rispose una donna.
-een vrouw nam op.

-rispose il serpente:
de serpent antwoordde:

"lasciali fare," rispose.
'laat ze,' zei ze.

e latour cosa rispose?
en wat zei latour?

cosa rispose mrs. baniszewski?
baniszewski gezegd?