Şunu aradınız:: voorspoed (Hollandaca - Arapça)

laat u niet verblinden door den voorspoed der ongeloovigen .
لا تغتر -أيها الرسول- بما عليه أهل الكفر بالله من بسطة في العيش ، وسَعَة في الرزق ، وانتقالهم من مكان إلى مكان للتجارات وطلب الأرباح والأموال ، فعمَّا قليل يزول هذا كلُّه عنهم ، ويصبحون مرتهنين بأعمالهم السيئة .

deze worden door hunnen heer geleid en zullen voorspoed genieten .
« أولئك على هدى من ربهم وأولئك هم المفلحون » الفائزون .

zeg : waarlijk , zij die een leugen tegen god uitdenken , zullen geen voorspoed hebben .
« قل إن الذين يفترون على الله الكذب » بنسبه الولد إليه « لا يفلحون » لا يسعدون .

de mensen van de rechterzijde , ( wat een voorspoed voor ) de mensen van de rechterzijde !
« فأصحاب الميمنة » وهم الذين يؤتون كتبهم بإيمانهم مبتدأ خبره « ما أصحاب الميمنة » تعظيم لشأنهم بدخولهم الجنة .

en de mensen van de rechterzijde , ( wat een voorspoed voor ) de mensen van de rechterzijde !
« وأصحاب اليمين ما أصحاب اليمين » .

en de verleiden zullen zeggen tot hen die hen hebben verleid : waarlijk , gij kwaamt tot ons met voorspellingen van voorspoed .
« قالوا » أي الأتباع منهم للمتبوعين « إنكم كنتم تأتوننا عن اليمين » عن الجهة التي كنا نأمنكم منها لحلفكم أنكم على الحق فصدقناكم واتبعناكم ، المعنى أنكم أضللتمونا .

die bijdragen geven in voorspoed en tegenspoed en die hun woede inhouden en de mensen vergeving schenken -- god bemint hen die goed doen --
« الذين ينفقون » في طاعة الله « في السراء والضراء » اليُسر والعسر « والكاظمين الغيظ » الكافين عن إمضائه مع القدرة « والعافين عن الناس » ممن ظلمهم أي التاركين عقوبتهم « والله يحب المحسنين » بهذه الأفعال ، أي يثبهم .

ik weet het niet , maar misschien is het uitstel dat u verleend werd eene proef voor u , opdat gij een voorspoed van deze wereld voor eenigen tijd zoudt mogen genieten .
« وإن » ما « أدري لعله » أي ما أعلمتكم به ولم يعلم وقته « فتنة » اختبار « لكم » ليرى كيف صنعكم « ومتاع » تمتع « إلى حين » أي انقضاء آجالكم وهذا مقابل للأول المترجى بلعل وليس الثاني محلا للترجي .

daarom als zijn heer hem ( door voorspoed ) beproeft , en hem eert en goed voor hem is . zegt de mensch : mijn heer eert mij .
« فأما الإنسان » الكافر « إذا ما ابتلاه » اختبره « ربه فأكرمه » بالمال وغيره « ونعَّمه فيقول ربي أكرمن » .

( zij zij het ) die uitgeven in voorspoed en in tegenspoed , en die de woede inhouden en vergevers van de mensen zijn . en allah houdt van de weldoeners .
« الذين ينفقون » في طاعة الله « في السراء والضراء » اليُسر والعسر « والكاظمين الغيظ » الكافين عن إمضائه مع القدرة « والعافين عن الناس » ممن ظلمهم أي التاركين عقوبتهم « والله يحب المحسنين » بهذه الأفعال ، أي يثبهم .

maar wij hebben deze menschen en hunnen vaderen veroorloofd , wereldlijken voorspoed te genieten , zoo lang hun leven zal duren . bemerken zij niet dat wij in het land der ongeloovigen komen en zijne grenzen aan alle zijden vernauwen ?
« بل متعنا هؤلاء وآباءهم » بما أنعمنا عليهم « حتى طال عليهم العمر » فاغتروا بذلك « أفلا يرون أنا نأتي الأرض » نقصد أرضهم « ننقصها من أطرافها » بالفتح على النبي « أفهم الغالبون » ؟ لا ، بل النبي وأصحابه .

geef hem , die met u verwant is , datgene wat gij hem in billijkheid verplicht zijt , en ook aan den arme en den vreemdeling ; dit is beter voor hen die gods aangezicht zoeken , en zij zullen voorspoed genieten .
« فآت ذا القربى » القرابة « حقه » من البر والصلة « والمسكين وابن السبيل » المسافر من الصدقة ، وأمة النبي تبع له في ذلك « ذلك خير للذين يريدون وجه الله » أي ثوابه بما يعملون « وأولئك هم المفلحون » الفائزون .

daarna vervingen wij het slechte door het goede , totdat zij ( in aantal en welvaart ) toenamen , en zij zeiden : " voorzeker , tegenspoed en voorspoed hebben ook onze vaderen getroffen . " toen grepen wij hen onverwachts , terwijl zij er niet op bedacht waren .
« ثم بدَّلنا » أعطيناهم « مكان السيئة » العذاب « الحسنة » الغنى والصحة « حتى عفوا » كثروا « وقالوا » كفرا للنعمة « قد مس آباءنا الضرَّاء والسرَّاء » كما مسنا وهذه عادة الدهر وليست بعقوبة من الله فكونوا على ما أنتم عليه قال تعالى : « فأخذناهم » بالعذاب « بغتة » فجأة « وهم لا يشعرون » بوقت مجيئه قبله .