Şunu aradınız:: lichtovergevoeligheidsreacties (Hollandaca - Fransızca)

lichtovergevoeligheidsreacties angio-oedeem
réaction de photosensibilisation Œdème de quincke

huid- en onderhuidaandoeningen soms: lichtovergevoeligheidsreacties frequentie onbekend:
affections gastro-intestinales

de meer actieve levensstijl van de gezonde en relatief jongere proefpersonen vergeleken met kankerpatiënten kan een bijdragende factor geweest zijn in deze lichtovergevoeligheidsreacties.
le mode de vie plus actif des sujets en bonne santé et relativement plus jeunes par rapport aux patients cancéreux pourrait avoir constitué un facteur de contribution pour ces réactions de photosensibilité.

het is mogelijk dat langdurige blootstelling aan licht in het klinisch onderzoekscentrum of toevallige blootstelling aan zonlicht na ontslag kan leiden tot de hoge frequentie van lichtovergevoeligheidsreacties.
il est possible que l’exposition prolongée à la lumière dans l’unité de recherche clinique ou l’exposition accidentelle à la lumière du soleil après la sortie de l’unité soit responsable de la fréquence élevée des réactions de photosensibilité.

conventionele uv (ultraviolet)-zonnefilters bieden geen bescherming tegen lichtovergevoeligheidsreacties van de huid omdat fotoactivatie veroorzaakt wordt door zichtbaar licht.
les écrans solaires classiques contre les rayonnements ultraviolets (uv) ne protègent pas contre les réactions de photosensibilité car la photoactivation est provoquée par la lumière visible.

contact met de huid en ogen moet worden vermeden vanwege de mogelijkheid van lichtovergevoeligheidsreacties bij blootstelling aan licht; het gebruik van rubberen handschoenen en oogbescherming wordt aanbevolen.
tout contact avec la peau et les yeux doit être évité en raison des réactions potentielles de photosensibilité suite à une exposition à la lumière ; il est recommandé d’utiliser des gants en caoutchouc et des lunettes de protection lors de la manipulation du produit.

de frequentie en aard van de lichtovergevoeligheidsreacties die tijdens deze studie gemeld zijn, zijn niet dezelfde als de gedocumenteerde incidentie die in eerdere klinische studies bij kankerpatiënten (ongeveer 20%) gezien is, of de spontaan gemelde incidentie door commercieel gebruik van photobarr (minder dan 20%).
il est possible que