Şunu aradınız:: sciacalli (İtalyanca - Hollandaca)

sciacalli
jakhals

sciacalli.
jakhalzen zijn 't.

sciacalli!
jakhalzen.

- sciacalli.
- kapers.

gli sciacalli...
we wilden het huis niet verlaten.

niente sciacalli.
geen plunderaars.

maledetti sciacalli!
stelletje lijkenpikkers.

- questi sciacalli...
-deze idioten hier...

sei sciacalli traci.
zes thracische jakhalzen.

- siamo come sciacalli.
we zijn net als geesten.

- ci chiamate sciacalli?
jullie noemen ons plunderaars.

gli sciacalli sono atterrati.
de jackals zijn geland.

via, sciacalli e parassiti!
blijf van hem af, ongedierte.

- sciacalli, tutti quanti.
jakhalzen, allemaal.

saccheggiatori e sciacalli di qua.
plunderaars hier.

quando arrivano gli sciacalli?
hoeveel tijd hebben we voor de jackals komen?

- gli sciacalli ruberanno tutto.
plunderaars zullen ons bankroet maken.

- uccidete almeno tre sciacalli!
- god zegene je. dood op zijn minst drie jakhalzen.

cerchiamo di fermare gli sciacalli.
we proberen de plunderaars tegen te houden.

gli daranno la caccia gli sciacalli.
laat de roofdieren hem maar opjagen.