Results for baujahr translation from German to Dutch

baujahr
bouwjaar

"-baujahr".
%quot%-bouwjaar.%quot%;

ab baujahr
na bouw-jaar

das baujahr,
fabricagejaar,

fe-baujahr
fabricagejaar van de vu

bis baujahr 1999.
tot bouwjaar 1999.

baujahr und -ort
bouwjaar en bouwplaats

baujahr (ungefähr):
bouwjaar ca.:

baujahr des schiffs
bouwjaar van het schip

baujahr und bauort:
— bouwjaar en bouwplaats:

ab baujahr 01-2007.
vanaf bouwjaar 01-2007.

position nr. 3 — baujahr
rubriek nr. 3 — bouwjaar

- bauart und baujahr des wärmeerzeugers,
- type van het verwarmingstoestel en bouwjaar ;

baujahr, ermittelt anhand des in den schiffssicherheitszeugnissen angegebenen datums
bouwjaar, bepaald op basis van de datum op de veiligheidscertificaten van het schip

der zweite satz der fußnote zwei zum baujahr sollte gestrichen werden.
in de tweede zin van voetnoot twee betreffende het bouwjaar dient de tweede zin geschrapt te worden.

diese gelten zehn jahre ab dem baujahr des jeweiligen kwk-blocks.
deze geharmoniseerde rendementsreferentiewaarden gelden voor een periode van 10 jaar volgend op het bouwjaar van de warmtekrachteenheid.

(2) das angegebene baujahr muss mit dem datum der fertigstellung übereinstimmen.
(2) het bouwjaar moet strikt genomen samenvallen met de datum waarop het fabricageproces wordt afgerond.

wenn das baujahr nicht genau bekannt ist, sollte das ungefähre jahr eingetragen werden.
indien het exacte bouwjaar niet bekend is, wordt een jaartal bij benadering vermeld.

der durchschnittliche wärmeverlust liegt in der eu bei neuen gebäuden derzeit bei der hälfte des wertes für wohngebäude mit baujahr vor 194517.
het gemiddelde warmteverlies in de eu voor nieuwe gebouwen is momenteel ongeveer de helft van dat voor het huizenbestand van vóór 194517.

für die zwecke dieses artikels gilt als baujahr eines kwk-blocks das kalenderjahr, in dem die stromerzeugung aufgenommen wurde.
in de zin van dit artikel is het bouwjaar van een warmtekrachteenheid het kalenderjaar waarin voor het eerst elektriciteit is geproduceerd.