Usted buscó: aanleren (Neerlandés - Italiano)

aanleren
insegnare

aanleren via herhaling.
lmparando con la ripetizione.

computer aanleren gebruiken
permetti all' ia di apprendere

dat kan je niet aanleren.
cose che non si imparano.

dus je kan het aanleren?
quindi si puo' affinare.

al spelend de euro aanleren
imparare l'euro giocando

die kan ik je wel aanleren.
quelle te le daro' io.

nou, als je me kan aanleren.
beh, se potessi insegnarmi...

niemand kan 'm dat aanleren.
nessuno potrebbe comunicare una cosa del genere.

ik ga je de schoolslag aanleren.
ora ti insegno la bracciata dello stile rana.

rooks, jij gaat hem dat aanleren.
rooks, puoi occupartene tu.

aanleren van een symbolentaal (bliss)
apprendimento di un linguaggio simbolico (bliss)

ik zal je dit straks wel aanleren.
vi insegno piu' tardi ok?

vanzelfsprekend, kan je stijl niet aanleren.
e' ovvio... che lo stile non e' una cosa... che si puo' insegnare.

eerst gaan we je de gewoonten aanleren.
prima di tutto i suoi tic.

je hebt inzicht. dat kan je niet aanleren.
hai il gioco nel sangue.

het moet ook het aanleren van talen omvatten.
vi chiedo di volerli sostenere e anche di dare sollecitamente avvio al programma leonardo.

speciale aandacht voor aanleren van beroepsgerichte vaardigheden
detto consiglio dispone di uffici regionali che

en aanleren is normaal de rol van de meester.
e insegnare e' solitamente compito del maestro.

de lessen openstellen voor vreemdelingen. het hen aanleren.
come avremmo potuto aprire le scuole agli esterni, insegnargli!