Usted buscó: plasma exposure (Inglés - Neerlandés)

plasma exposure
plasmablootstelling

bedaquiline plasma exposures
bedaquiline plasmawaarden kan

delamanid plasma exposure increases less than proportionally with increasing dose.
de blootstelling van delamanid in plasma stijgt minder dan proportioneel met een toenemende dosis.

all findings occurred at clinically relevant sunitinib plasma exposure levels.
al deze bevindingen deden zich voor bij blootstelling aan klinisch relevante plasmaspiegels van sunitinib.

vemurafenib may decrease the plasma exposure of substances predominantly metabolised by cyp3a4.
vemurafenib kan de plasmablootstelling verminderen van stoffen die voornamelijk gemetaboliseerd worden door cyp3a4.

a relationship between plasma exposure to pixantrone and neutrophil count has been observed.
er is een relatie waargenomen tussen de plasmablootstelling aan pixantron en de neutrofielentelling.

there was no clear correlation between obtained plasma exposure and age or body weight.
er was geen duidelijke correlatie tussen de verkregen plasmablootstelling en leeftijd of lichaamsgewicht.

plasma exposure resulting from the tablet formulation was higher than observed with the oral suspension.
plasmablootstelling met het tabletpreparaat was hoger dan wat werd waargenomen met de suspensie voor oraal gebruik.

food delayed absorption by approximately 1 hour, and increased plasma exposure by 20 to 30 %.
voedsel vertraagde de absorptie met ongeveer 1 uur en verhoogde plasmablootstelling met 20 tot 30%.

however there were no apparent effects of gender on ataluren plasma exposure in other populations.
er waren echter geen duidelijke effecten van geslacht op de plasmablootstelling van ataluren bij andere populaties.

the corresponding plasma exposure (auc) was 2-fold higher in rats compared to humans.
de overeenstemmende plasmablootstelling (auc) was 2 maal hoger bij ratten dan bij de mens.

inter and intra patient variabilities in plasma exposure were lower than 20% and 10%, respectively.
de inter- en intrapatiëntvariabiliteit van de plasmablootstelling was lager dan respectievelijk 20% en 10%.

efavirenz plasma exposure may be increased in patients with the homozygous g516t genetic variant of the cyp2b6 isoenzyme.
de plasmablootstelling aan efavirenz kan verhoogd zijn bij patiënten met de homozygote genetische variant g516t van het iso-enzym cyp2b6.

in normal volunteers, the plasma exposure to simvastatin acid was decreased by 93% with concomitant administration of rifampicin.
bij normale vrijwilligers daalde de blootstelling aan simvastatinezuur met 93% als gelijktijdig rifampicine werd toegediend.

medicinal products that affect specific peptidases/proteases would not be expected to impact upon ziconotide plasma exposure.
geneesmiddelen die een effect hebben op specifieke peptidasen/proteasen zullen naar verwachting geen effect hebben op de plasmaspiegel van ziconotide.

patients with mild and moderate impairment of renal function appear to have a higher plasma exposure than patients with normal renal function.
patiënten met milde en matige nierfunctiestoornissen blijken een hogere plasmablootstelling te hebben dan patiënten met een normale nierfunctie.

dose selection was based upon achieving similar raltegravir plasma exposure and trough concentration as seen in adults, and acceptable short term safety.
er werd een dosis geselecteerd waarmee een plasmablootstelling aan raltegravir en dalconcentraties werden bereikt die overeenkwamen met die waargenomen bij volwassenen, en waarbij sprake was van een aanvaardbare veiligheid op korte termijn.

plasma exposure of ribavirin did not appear to be affected by concomitant administration of nucleoside reverse transcriptase inhibitors (nrtis).
plasma blootstelling aan ribavirine bleek niet beïnvloed te zijn door gelijktijdige toediening van nucleoside reverse transcriptase remmers (nrtis).

increases in plasma exposure to bedaquiline would be expected when it is co-administered with other ritonavir-boosted hiv protease inhibitors.
verhogingen in plasmablootstelling aan bedaquiline zou verwacht worden wanneer het gelijktijdig toegediend wordt met andere ritonavir- gebooste hiv-proteaseremmers.

the 4-hydroxy-propranolol metabolite was quantified, its plasma exposure accounting for less than 7% of the parent drug exposure.
de metaboliet 4-hydroxypropranolol werd gekwantificeerd; zijn plasmablootstelling telde voor minder dan 7% van de blootstelling van het oorspronkelijke geneesmiddel.