Sie suchten nach: etxera (Baskisch - Holländisch)

etxera?
naar huis?

- etxera.
- ik ga slapen.

joan etxera
ga naar de persoonlijke map

zoaz etxera.
ga naar huis.

zoaz etxera!
ofwel? hè!

goazen etxera.
- laten we naar huis gaan.

essex etxera!
naar het huis van essex.

- itzuli etxera.
ga terug in het huis.

-zoaz etxera. -ongi.
ik heb adams dossier bekeken en het is opvallend... niet zozeer wat erin staat, maar wat er niet in staat.

essex etxera noa.
nou, op naar het huis in essex dan maar.

esnatu, etxera goaz.
we gaan naar huis.

- etxera noa hastera.
- ik ga thuis alvast beginnen.

- etxera joan naiteke?
kan ik naar huis?

eraman dezagun etxera.
laten we hem naar huis brengen.

eramango nauzu etxera?
betaal alstublieft, of ze doden me.

- etxera lagunduko zaitut.
-ik breng je.

- sarah, goazen etxera.
sarah, kom mee. ik heb een nieuwe fiets.

- etxe barruan zegoen?
is hij binnen geweest?