Sie suchten nach: gesneden (Holländisch - Deutsch)

gesneden
hühnerschenkel

gesneden hout
gemessertes holz

gesneden graan
geschnittenes getreidekorn

gesneden, geperforeerd.
papier, pappe, kunst­ stoff oder ähnlichen

kipfilets grof gesneden
frühlingszwiebel

a) voor gesneden breedband:
(a) längsgeteiltes band:

gesneden papier voor zakken
papierzuschnitt zum herstellen von beuteln

gesneden kettingfluweel en -pluche
kettsamt und kettplüsch, aufgeschnitten

op lengte gesneden glazen buis
auf laenge geschnittene glasroehre

in v-vorm gesneden zonder poot
v-förmig ohne fuß

niet in stukken gesneden, bevroren:
unzerteilt, gefroren:

een op maat gesneden deskundige dienst
die teilnehmer können ihre pläne erörtern und verschiedenen experten, zu denen natürlich auch die eures-berater gehören, fragen stellen.

1. enkd anders dan haaks gesneden
1. nur anders ab quadratisch oder rechteckig zuge­schnitten

gesneden kanten (gk) b/2 10
geschnittene kanten (gk) b/2 10

volgens europese methode gesneden fineer
rundschälfurnier

1. enkel anders dan haaks gesneden
1. nur anders als quadra­tisch oder rechteckig zugeschnitten

keramisch materiaal waarmee gesneden kan worden
keramisches schneidwerkzeug

gepeld en gesneden of gebroken („grutten”):
geschält (entspelzt) und geschnitten oder geschrotet (grütze):

— niet in stukken gesneden pluimvee, bevroren:
geflügel, unzerteilt, gefroren: