Sie suchten nach: jij (Holländisch - Französisch)

jij
toi

jij bent.
c'est ton tour.

jij ook?
et vous ?

en jij ook
et toi aussi

jij, kom hier.
toi, viens ici.

hoii wie ben jij
hallo kevin de coene, ik wil u graag als contactpersoon toevoegen.

jij bent mijn type.
tu es mon type.

wat zou jij doen?
que feriez-vous ?

"wat zou jij doen?"
“qu’auriez-vous fait ?”

" ben jij purvis?".
" c' est vous, purvis?"

jij bent onze prioriteit.
notre priorité c'est vous.

en hoe heet jij?-tom
et quel est tonnom?

jij hebt drie auto's.
tu as trois voitures.

als energy manager jij
en tant qu'energy manager, vous

jij moet daarbuiten blijven.
tu dois rester en dehors de ça.

geloof jij in toeval?
croyez-vous au hasard ?

als energy manager ga jij
en tant qu'energy manager, vous vous rendez

- wat doe jij daar, deugniet?
- que fais-tu là, garnement?

hoeveel talen spreek jij?
combien de langues sais-tu parler ?

als ik zeg ongelijkheid, zeg jij…?
si je vous dis inégalité, vous répondez...?