Sie suchten nach: appel (Holländisch - Japanisch)

appel
林檎 [りんご]

appel...
リンゴ

zure appel.
りんご味だ

appel... boom.
リンゴの 木

- karamel appel.
リンゴ飴だ

geef hier die appel.
はい、りんごを渡せ

jongen met appel?
- （仏語）「林檎を持った少年」を？ - ええ

- het is een appel.
- リンゴよ

waar is m'n appel?
こら、りんごはどこだ？

ik heb appel en kersen.
アップルとチェリーがあるよ。

wil je pompoen of appel?
カボチャにする？

-ik pluk een appel voor je.
リンゴをあげたかったんだ - ほら - ありがとう

- een appel, verder niets.
- りんごだけだ

deze appel is voor je meester.
先生にあげるんだ

waar is de jongen met appel?
「林檎を持った少年」はどこだ？

de appel valt niet ver van de boom.
りんごは木から離れた所に落ちない （血統は争えない）

zijn schedel is als een appel doorboord.
リンゴのような穴だ

in dit geval, zoeken we naar de appel.
ある意味ではリンゴ

dat schilderij, jongen met appel, is onbetaalbaar.
「林檎を持った少年」の価値は 想像を絶するの、分かってる？

de appel valt niet ver van de boom, mijn vriend.
りんごは木から離れた所に落ちない （血統は争えない）