Sie suchten nach: lachte (Holländisch - Englisch)

ik lachte.
you are my world.

iedereen lachte.
everybody laughed.

de boschwachter lachte.
the welshman laughed.

iedereen lachte hem uit.
everyone laughed at him.

hij lachte een vrolijke lach.
he laughed a merry laugh.

"mooi zoo!" lachte de amerikaan.
"good work, men!" the canadian put in.

hij lachte, een beetje beschaamd.
he laughed, a bit embarrassed.

het jonge meisje lachte zorgeloos.
the young girl laughed carelessly.

en zijn vrouw stond erbij en lachte.
and abraham's wife was standing by and on hearing this she laughed.

er wordt samen gekookt, speelde en lachte.
it is cooked together, played and laughed.

elinor lachte. "_twee_ duizend pond in het jaar!
elinor laughed. "two thousand a year!

op woensdag 24 maart lachte robin voor de eerste keer.
on wednesday the 24th of march, robin smiled for the first time

er waren velen die nogal meewarig lachten.
there were many who laughed in a rather indulgent way then.