Sie suchten nach: mŕtvu (Slowakisch - Holländisch)

mŕtvu.
dood.

hraŤ mŔtvu
doen alsof je dood bent

a mŕtvu.
en dood.

chce ju mŕtvu.
hij wil haar dood.

akože mŕtvu?
dood?

našli ju mŕtvu.
ze is dood gevonden.

Živú alebo mŕtvu ?
dood of levend?

chcem lilith mŕtvu.
meer niet. waarom?

chcete tú ženu mŕtvu?
wil je haar dood hebben?

kamoško, má mŕtvu ruku!
gast, ze heeft een dooie arm!

ginu včera našli mŕtvu.
gina is afgelopen nacht dood gevonden.

Áno. oni ju nechcú mŕtvu.
ze willen haar niet dood.

- vy ste ju videli mŕtvu?
- u zag haar dus dood?

na mieste našli mŕtvu ženu.
ze vonden een vrouw dood.

nechala si ma piť mŕtvu krv?
je hebt me... dood bloed laten drinken ?

"miestnu rodinu našli mŕtvu.
"plaatselijk gezin doodgestoken aangetroffen".

- chceš aby som hrala mŕtvu?
is dat het waar je opgewonden van raakt?

bola prehlásená za mŕtvu v nemocnici.
- niets.

použili tzv. mŕtvu schránku servera.
ze gebruikten wat wordt genoemd een doodgaande server.

je mŕtva. máte doma mŕtvu mačku?
- hebt u een dooie kat?