Results for opor translation from Basque to Dutch

opor onak igaro.
fijne vakantie.

erabili opor israeldarrak
israëlische feestdagen gebruiken

opor batzuk behar ditugu.
- we moeten vaker op vakantie.

- diozu opor batzuk nahi dituzula.
ik hou van het strand. je zei toch dat je op vakantie wilde?

hori da hau? opor batzuk bakarrik?
dus dit is een vakantie.

zergaitik ez dituzu opor batzuk hartzen?
waarom ga je niet op vakantie?

ez da betik opor jaitsuena izan matthews etxean.
het was niet altijd een geweldige sfeer tijdens thanksgiving in het gezin matthews.

mattek egitan nahi zuen ni etortzea, eta opor batzuk ideia ona ziruditen.
- matt stelde het voor, als vakantie.

bai. nire senarrak lanagaitik etorri beharra zuen hortaz opor txiki batzuk hartzea pentsatu genuen.
ja, mijn man moest hier zijn voor werk, dus we maken er een kleine vakantie van.

eta bapatean galtzeko beldur zaren gauza guzti horiek, merkatuko akzioak, korporazio jetak, bahamatako opor etxeak.
neem waanzinnige risico's amper genoeg geld om je familie te eten te geven... geen enkele kans dat je zult slagen... en dan opeens heb je al die dingen waarvan je bang was ze te zullen verliezen... aandelenopties, bedrijfsvliegtuigen... vakantiehuisjes op de bahamas.

badituzue hartu ditzakezuen oporrik?
heb je vakantiedagen die je kunt opnemen?