Results for antimuscarinerge translation from Dutch to English

het is waarschijnlijk dat dosisafhankelijke antimuscarinerge bijwerkingen zullen optreden.
dose dependent antimuscarinic adverse reactions are likely to occur.

geen van deze metabolieten draagt significant bij aan de antimuscarinerge activiteit van fesoterodine.
none of these metabolites contribute significantly to the antimuscarinic activity of fesoterodine.

glycopyrronium is een quaternaire antimuscarinerge ammoniumverbinding met perifere effecten die lijken op die van atropine.
glycopyrronium is a quaternary ammonium antimuscarinic with peripheral effects similar to those of atropine.

organische oorzaken dienen te worden uitgesloten voordat een behandeling met antimuscarinerge geneesmiddelen wordt overwogen.
organic causes must be excluded before any treatment with antimuscarinics is considered.

zoals bij alle geneesmiddelen die geïndiceerd zijn bij de behandeling van een overactieve blaas, moeten organische oorzaken worden uitgesloten voordat een behandeling met antimuscarinerge geneesmiddelen wordt overwogen.
as with all medicinal products indicated for the treatment of overactive bladder, organic causes must be excluded before any treatment with antimuscarinics is considered.

als gevolg van de farmacologische eigenschappen van fesoterodine kan de behandeling lichte tot matige antimuscarinerge effecten veroorzaken, zoals een droge mond, droge ogen, dyspepsie en obstipatie.
due to the pharmacological properties of fesoterodine, treatment may cause mild to moderate antimuscarinic effects like dry mouth, dry eye, dyspepsia and constipation.

perifere antimuscarinerge effecten die optreden naarmate de dosis toeneemt zijn: verlaagde productie van secreties uit de speeksel-, zweet- en bronchiale klieren; verwijding van de pupillen (mydriase) en verlamming van accommodatie (cycloplegie); verhoogde hartslag; remming van mictie en afname van de maag-darmtonus; remming van de maagzuursecretie.
peripheral antimuscarinic effects that are produced as the dose increases are: decreased production of secretions from the salivary, bronchial and sweat glands; dilatation of the pupils (mydriasis) and paralysis of accommodation (cyclopegia); increased heart rate; inhibition of micturition and reduction in gastrointestinal tone; inhibition of gastric acid secretion.