Results for berispen translation from Dutch to English

zij berispen de leugens.
they rebuke the lies.

2. en bij hen die berispen.
2. those who so are strong in repelling (evil),

tenslotte wil ik de raad berispen.
finally, i would like to reprimand the council.

wie zal hen berispen als u het niet doet?
who will rebuke them if you don't?

zij zullen heiligheid prediken en zij zullen deze wereld berispen.
they will preach holiness and they will rebuke this world.

je bidt dat door hem heen je de macht hebt om zonde te berispen.
you pray that through him you have the power to rebuke sin.

dank jullie voor jullie trouw, dat jullie satan constant berispen.
thank you for your faithfulness, that you continually rebuke satan.

de voor de verwerking verantwoordelijke of de verwerker te waarschuwen of te berispen;
to warn or admonish the controller or the processor;

dat was een tekortkoming mijnerzijds; aarzel niet mij om deze fout te berispen.'
that was a failing on my part; do not hesitate to reprimand me for this fault."

tijdens het debat is gezegd dat het voorstel enkele van de sociale partners lijkt te berispen.
it was mentioned during the debate that the proposal seemingly reprimands some of the social partners.

ze hielden die baby voor hun gezicht, vleien het, berispen het, voeden het op met woorden.
they held that baby in front of their face, cajoling it, reprimanding it, educating it with words.

berisping;
reprimand;