Results for ceintuur translation from Dutch to English

ceintuur
belt

ceintuur(1)
ceintuur(1)

1. neem de uiteinden van de ceintuur met beide handen vast.
1. tie the belt and hold the ends of the belt with

het is een toestand van ceintuur-transportband sushi stromend op het bord.
it is a photograph of the cooking.

het klimaat van de krim op de heel de eigenschappen heeft van de sober ceintuur.
the climate crimea as a whole has lines of a moderate belt.

beiden ontwerpen zouden als basis kunnen dienen voor een fraaie riem of ceintuur.
both designs could serve for creating a beautiful belt.

op die plaats bevindt zich ook een ophangoog, waarmee de hele set aan de ceintuur gegespt kan worden.
with a sting or chain the whole set can be attached to the belt of the user.

komt hij los te zitten wanneer men zich veel beweegt - bijvoorbeeld door zwaar werk of dansen, dan wordt er weleens een band of ceintuur rond de taille gedragen.
no pins or other means are used.

zij keek toe, terwijl de strikken uit hun ceintuur werden getrokken, hun haar in wanorde werd gebracht, hun werktaschjes werden geplunderd en hun mesjes en scharen geroofd, en zij twijfelde niet, of het gesmaakte genoegen daarbij was wederkeerig.
she saw their sashes untied, their hair pulled about their ears, their work-bags searched, and their knives and scissors stolen away, and felt no doubt of its being a reciprocal enjoyment.

ceintuurs.
belts.