From professional translators, enterprises, web pages and freely available translation repositories.
bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van mutageniciteit of clastogeniciteit.
there was no evidence of mutagenicity or clastogenicity with the irbesartan/hydrochlorothiazide combination.
clastogeniciteit waargenomen in vitro werd beschouwd als een indirect effect gerelateerd aan een disbalans in de nucleotidenpool als gevolg van de farmacologie van dhodh-remming.
clastogenicity observed in vitro was considered to be an indirect effect related to nucleotide pool imbalance resulting from the pharmacology of dho-dh inhibition.
de minder belangrijke metaboliet tfma (4-trifluoromethylaniline) veroorzaakte wel mutageniciteit en clastogeniciteit in vitro, maar niet in vivo.
the minor metabolite tfma (4-trifluoromethylaniline) caused mutagenicity and clastogenicity in vitro but not in vivo.
aan de hand van de mnvit-bepaling is het zonder bijzondere technieken, zoals de in punt 2 beschreven fish, echter niet mogelijk te differentiëren tussen stoffen die polyploïdie induceren en stoffen die clastogeniciteit induceren.
however, the mnvit assay does not allow for the differentiation of chemicals inducing polyploidy from those inducing clastogenicity without special techniques such as fish described under paragraph 2.
positief genotoxische effecten werden verkregen met imatinib in een in vitro zoogdierceltest (chinees hamsterovarium) voor clastogeniciteit (chromosoomafwijking) in de aanwezigheid van metabole activatie.
positive genotoxic effects were obtained for imatinib in an in vitro mammalian cell assay (chinese hamster ovary) for clastogenicity (chromosome aberration) in the presence of metabolic activation.
de minder belangrijke metaboliet tfma (4-trifluormethylaniline) veroorzaakte echter in vitro clastogeniciteit en puntmutaties, terwijl er onvoldoende informatie beschikbaar was over het vermogen om dit effect ook in vivo te geven.
however, the minor metabolite tfma (4-trifluoromethylaniline) caused clastogenicity and point mutations in vitro, whilst insufficient information was available on its potential to exert this effect in vivo.